maandag 9 juni 2014


De Pastobbe
8/9/2014 – Ik mis mijn eigen schaduw en zie alleen mijn wierspiegeling in de plassen waar ik doorrij. Inderdaad, het regent. Laarne is opvallend stil, is dit wel het kermisweekend? Bij Caritas in Melle doet mijn voorganger de bekende handzwaai om gevaar te annonceren. Ik rij echter recht in een diepe put. Steven, die achter me rijdt, zegt: ‘Hebbes!’ Geen scherpe randjes aan het putje en geen lek, goed zo.

Ondertussen ben ik nat en volgespat met modder, alle spatborden en ‘asssavers’ ten spijt. Kristof jaagt ons even over de Lange Munte, de gladde kasseitjes drukken het tempo. Volgen Zwalm, Roborst en Elst.
Geen regen meer en een zon die al vecht voor het bezit van de hemel. Eerste (h)euvel van de dag: de Berendries. De flyers gaan vooruit, de zwoegers volgen, de stervende zwanen sterven. Tempo jongens: op naar De Valkenberg. Eerst moeten we door de Kerkhofstraat, maar moet die eigenlijk niet ná de Valkenberg liggen? Net zoals zijn zus de week voordien meldt Joachim kettingpech: ‘Ja, ze ligt er af!’ Hij zal vanuit stilstand de klim doen.

In Sint-Goriks-Oudenhove de Hostellerie op, ook wel de Langendries genaamd. Langzaam stijgend, kronkelend Vlaams weggetje met soms een bestrating die het midden houdt tussen plaveien en klinkers. Of is dit een overblijfsel van de Via Romana?
Boven stelt Steven me gerust: ‘Vanaf nu in één rechte lijn bergaf naar huis!’ Het weer is nu in zomermodus en ik heb weer tijd om rond te kijken. Ik memoriseer de namen die ik lees: café De Blauwe Wolk in Zottegem,  café Rio in een onbekende bocht  en dan Duivenlokaal De Luchtklievers. Zouden ze hier al een winnaar op Barcelona gevierd hebben?

Nog een sprintje op de Scheldebrug en de rit zit erop. Vandaag verandert de Wastobbe in Pastobbe. Véronique loopt tussen de tafels heen en weer met kartonnen dozen en de nieuwe kledij wordt gepast, betast, besnuffeld en gekeurd.
De kerk slaat twaalf keer en ik fiets weg van Laarne, waar nog steeds absolute kermisstilte heerst.

Erfgoed

zondag 1 juni 2014


Controle!
1/6/2014 – De melk die ik drink op deze zondagmorgen vervalt op mijn verjaardag. Gelukkig geloof ik niet in toeval, pomp mijn banden op tot 8 en vertrek. Grijs in plaats van zonnig maar wie maalt daar nog om? Johnny neemt de hazewinden op sleeptouw en Demetrios verrast met ‘plat’ op vijftig meter van de Wastobbe. Het is alsof de duivel ermee speelt.

Van de tien jachtluipaarden die vanmorgen de moed hebben om te rijden, twee meisjes: Elke en ‘150 kroontjes-Katrien’. Geen sabotage van de vrouwenquota bij de Trappers. Fris voor de tijd van het jaar maar macho’s hebben nooit koud en wassen zich met ijs.
Ik rij naast Elke, van wie ik in de vorige ritten alleen het achterwiel heb gezien. De voorzitter is verkouden en heeft weinig olie in de lamp. Toch neemt hij de leiding en trapt richting Ladeuze en Wolvenberg met Dimitri aan zijn zij. Nederename lijkt wel dood als we er komen. Bakker dicht, broodautomaat bijna leeg. Alleen in een immobiliënkantoor schijnt een flauw TL-licht over de droomwoningen.

De Ladeuze ligt aan onze voeten en ik bekijk de helling met enig ontzag. Elke ziet de berg echter als een stout kind dat je met een paar kletsen weer in het gareel krijgt. ‘Ketting af’, roept Katrien maar de groep is al in het zwoegstadium en zegt: ‘ boven wachten!’ In nood kent men zijn vrienden.
Dan volgt de Wolvenberg. Erwin aarzelt, rijdt richting Volkegem en draait onmiddellijk terug. Een vriendelijk dame met hond zegt: ‘Ja, de Wolvenberg es noar ginter!’ Ik zeg: ‘Allez madam, we gaan ne keer naar de wolven gaan kijken’. Koel zegt ze: ‘Ja, moar kpeize nie da ge der vele goat zien’.

Ik profiteer van de afdaling vóór de klim en gooi me vol overgave tegen de berg, maar helaas werkt de zwaartekracht me sterk tegen. Op de kleinste versnelling kom ik puffend boven en verlang naar Laarne, desnoods naar ‘Schellebelle 1919’. Op een drafje naar de Tobbe met naast mij Eric, die gisteren drie kwarttriatlons  heeft gedaan. Ik kijk naar hem en zie een heremiet die de calorieën uit zijn geest haalt. ‘ t Zit allemaal in ’t koppeke’.
Als een adelaar die uren boven zijn prooi heeft gecirkeld, stort ik mij op de Tripel Hop. Met de nadruk op tripel.

Het zondagse genot wordt gekeeld door een schelle ringtone. Een niet nader genoemde Trapper neemt op en zegt: ‘Binnen tien minuutjes!’.
Allen op de fiets en linea recta naar huis.

Kwadratuur van de cirkel

zondag 4 mei 2014


Reebok in mosselstad
4/5/2014 – De lente kriebelt fris voor een vierde mei en knabbelt aan vingers en tenen. De Trappers warmen zich op aan de zonnekant van de Molenstraat en maken zich klaar voor een ietwat langere rit naar onze noorderburen. Nederland ligt maar 20km boven Gent, dat we doorkruisen langs Dampoort en Muide (‘Dampuurte en Moije’).
Gent ‘negeduust’ is waar mijn wiegje staat en bij de stadspoorten krijg ik de hartenklop en mijn Garmin geeft dat zowaar aan. Even later schiet de Garmin van Joris uit zijn houder en kaatst door het peloton. Er is tussen beide gebeurtenissen geen verband.

Via Evergem, Sleidinge, Kaprijke en Bassevelde smokkelen we onszelf via Boekhoute de Hollandse grens over en rijden Philippine binnen. Wie heeft hier nog nooit mosselen gegeten bij de familie Wiskerke? Helaas, in mei rijpt de mossel rustig op de bodem van het zilte Zeeuwse water. Banaan en mueslireep blijven ons enige soelaas.
Er wordt jachtig gereden door de luipaarden, zo jachtig dat in Sas van Gent een reetje dwars door onze groep een bosje inspringt. ‘k Peizdege dat nen ont woart, moar neent, ‘ t woas een reebokske’. Ik hoor de kritische lezer al zeggen dat dit niet kan, maar het is de algehele waarheid en niks dan de waarheid. Reeën in Sas van Gent!

We steken het Kanaal Gent-Terneuzen over en wel via de brug waar Willy ooit zijn trouwring verloor. Elke club kent zijn iconische momenten.
We keren nu terug richting huis langs achtereenvolgens Zelzate, Zaffelare en Zeveneken, een alliteratie die een beginnend dichter zelf niet kan bedenken.

De hazewinden zitten al op het terras van de Wastobbe en verwelkomen ons met het gegrinnik van zij die eerst zijn. Katrien trakteert met brandende soep op haar honderdste Stravakroontje.  
Janet ziet eruit als een Oekraïense betoger en probeert haar blauw oog onder een zonnebril te verbergen. Ze vertelt een verhaal dat niemand gelooft over een spade en grond omwoelen… Volgende keer de giek op je surfplank wat hoger zetten Janet!
Vermoeidheid kan bij fietsers onverwacht en hard toeslaan
 

zondag 27 april 2014


Leap of Faith
27/4/2014 - Nog maar tien minuten van huis en een gsm’end meisje rijdt bijna op mij in. Ik roep en zij zegt  ‘oei’! Hadden we nog maar Lernout en Hauspie, dan konden we nu spraakgestuurd sms’en.

‘Tweeëntwintig man in den A vandaag’, zegt de voorzitter. ‘Pardon, twintig man en twee vrouwen’, corrigeert hij zichzelf. Katrien en Elke kunnen bovendien hard fietsen.
We rijden vandaag richting Zottegem alwaar zich enkele onaangename bodemverheffingen bevinden. Al in Baaigem krijgen we een stevig hellend kasseitje te verteren en daarna gaat het alleen in stijgende lijn. Als liefhebber van de laagvlakte weet ik dat Zwalm, Roborst en Sint-Goriks-Oudenhove alleen te genieten zijn bij valavond op een terras en met een kroes bier.

Erwetegem en Godveerdegem zijn namen die tot de verbeelding spreken, zeker omdat Kristof zegt dat we nu het verste en hoogste punt van de rit bereikt hebben. Er ontvouwt zich inderdaad een mooi vergezicht voor onze ogen en niks lijkt in de buurt hoger dan waar wij rijden.
Séba propt twee rozijnen uit zijn kartonnen doosje in zijn mond, geeft twee stevige pedaalslagen en schiet vooruit… onheil dus. Erwin komt naast me en zegt: ‘Zie je die kerk daar? Daar moeten we naartoe. ’t Is ver en steil’. Merci Kristof!  Ik zie een bord met Sint-Antelinks, waag nog snel een oog aan de kerk en besluit dan alleen nog naar mijn ketting te kijken tot boven. Als ik gefolterd word, hoef ik mijn beul niet te zien.

Freddy V komt naast me rijden en zegt: ‘k Zit nie goe jong, ‘k ga altijd te laat gaan slapen, maar ‘k ga der wel deurkomen op ’t vlakke’. Net dan krijgen we in Sint-Lievens-Houtem nog dat venijnig bocheltje Diepestraat genaamd.
Het einde is in zicht en Katrien probeert nog een kroontje te sprinten op de brug in Wetteren, Strava weet je wel.

Wie in de kroeg zijn tijd verslijt is versleten vóór zijn tijd, maar ik wil toch even op adem komen in de Tobbe. Ik neem een Fanta als aperitief en een aspergesoep als voorgerecht. Vanmiddag kijk ik naar Luik-Bastenaken-Luik. Weten jullie wat het verschil is tussen de Vlaamse en de echte Ardennen? In de echte Ardennen zijn de daken niet rood maar grijs. Zeg dat ik het gezegd heb!
Leap of Faith, Sofie Müller, Kasteeldreef Laarne
 

dinsdag 22 april 2014

De Heer van Herzele
 
21/4/2014 - Een pittig ritje, eerst in zuidelijke richting naar Aalst en Ninove en dan weer omhoog via Sint-Lievens-Esse, Sint-Lievens-Houtem, Herzele en Oordegem naar Laarne. Maar liefst vier keer kruisen we vandaag de E40, waarop de zonnezoekers naar een Paasweekend aan zee tuffen. Pasen, het grote chocolade- en cholesterolfeest dat nu eigendom is van de supermarktketens.

De protagonisten van elke week hebben gisteren de ‘Van Peteghem’ gereden. De punch is er wat uit en als er al een slag wordt uitgedeeld, is daar weer die dekselse wind.
Over deksels gesproken. Die worden tegenwoordig met karrenvrachten gestolen. Malafide ijzersmelters proberen er hun voordeel mee te halen. Nog meer uitkijken dus op Vlaamse wegen. Ergens tussen Mere en Ede onze wekelijkse geblokkeerde spoorwegovergang. De verkiezingen zijn in aantocht en dan mag iedereen zien hoe goed de politiek aan de mobiliteit werkt.
Geen gebrek overigens aan reclame voor 25 mei. ‘Le nom d’un fou se trouve partout’ is het Franse gezegde en alle strekkingen hebben hun kopmannen en -vrouwen strategisch in stelling gebracht. Christoph d’Haese, burgemeester van Aalst, maakt lachend met twee vingers het vredesteken. Freya Van den Bossche steekt een vermanend vingertje in mijn richting. Carina Van Cauter houdt de kin vast tussen duim en wijsvinger en kijkt peinzend in de ruimte. Niemand met een pukkel of een rimpel. Die zijn aan het penseel van de airbrusher blijven hangen.
 
We rijden voorbij de burcht van Herzele, ooit in bezit van de Heer van Herzele. Hij ging als kruisvaarder in Palestina vechten voor het Christendom. Vier eeuwen later werd de burcht aan flarden geschoten door de Spanjaarden, eveneens katholieke zwaardvechters… Geloof, ik zal het nooit verstaan.

Tegen het einde van de rit, in Westrem denk ik, wordt er nog eens stevig doorgereden tot de groep breekt en één lange serpentine wordt. Daarna rustig weer naar huis en kijken naar de Amstel Gold Race op tv. 

Gewassen en klaar voor volgende week


zondag 6 april 2014


Boomchirurgie
6/4/2014 - In en om Oudenaarde staat een leger van fietsliefhebbers schouder aan schouder om de hoogste hoogmis van het jaar te vieren: De Ronde! Vandaag alleen woorden als kracht, moed, doorzetting, opoffering en sterven. Behalve in de VIP-tenten natuurlijk, waarin het comfort elk jaar stijgt en de decadentie in de gulzige kelen stroomt.

Niets van dat alles bij de Trappers, die solidair met de renners hun wekelijkse tocht rijden. Een tochtje dat eerder kabbelt, geen één die er vaart achter zet. Tijd genoeg om te keuvelen over het verschil tussen een water- en een windmolen. Bij de ene moet het daarna naar boven, bij de andere naar beneden!
Pechritje wel, met één val en twee technische pitstops. Freddy V is zo onder de indruk van de amazones op een manege in de buurt van Vurste, dat hij de gracht in duikelt. Het levert hem alleen een bruine rechterkant op, de andere mankementen had hij voordien ook al. Martin toont tijdens het voorval zijn kwaliteiten als boomchirurg (zie filmpje).

Even verwarring ook in Oordegem bij de brug over de autosnelweg. Verboden erover te rijden en een man op een fiets die ons toeroept dat ‘de brug afgebroken is’. Kristof wil liever eerst een kijkje nemen. Blijkt dat het kleinood er nog ligt en met enig ‘boots-on-the-ground-werk’ toch over te steken is. Het brugdek is wel een Vlaams receptje van klinkers, kasseien en asfalt. Inderdaad tijd dus voor een oplapbeurt.
Na Massemen Ploatse weer een technische stop, wij rusten even uit op een bankje en proberen de energiepolitiek van Europa op te lossen. Dat het toch allemaal zo gemakkelijk niet is…

De kilometers zijn voorbij gevlogen en ik pedaleer richting huis zonder bezoek aan het verversingskraam. Ik wil snel voor de tv.
Het gekakel van Michel Wuyts en José De Cauwer wiegt mij zachtjes in slaap tot 80km voor de meet, dan een koffie en dan… kracht, moed, doorzetting, opoffering en sterven!

maandag 31 maart 2014


Redt-U-Zelven (1925)
30/3/2014 - Het zomeruur lokt vijf slechte verstaanders om halfnegen naar de Tobbe. Even de voorzitter gebeld, die als de gesmeerde bliksem ter plaatse komt om de schade op te meten. Een beslissing van de Duitse bezetter in 1914, namelijk prutsen met de klok, speelt mij anno 2014 nog parten. Het is als een obus die je na 100 jaar boven haalt en ontploft.

De voorzitter is in de haast zijn kluts vergeten en pas dicht bij het Donkmeer wordt zijn afwezigheid opgemerkt. Hij zal later op de route aanpikken!
Het land rond Aalst moet vandaag onze rijwielwoede ontgelden en met flinke tred gaat het door dorpen als Impe, Vlierzele, Oordegem, Affligem…

In Gijzegem zijn we zowaar getuige van een Tai-Chi-spektakel. Een grote groep dorpelingen maakt met het gezicht richting opkomende zon, trage, sierlijke bewegingen. Als het waar is dat de Pekinezen binnenkort de wereld zullen overheersen, zijn ze hier alvast voorbereid. Alleen nog een paar gelakte eenden aan het kippenkraam en Gijzegem wordt Gixinxiam.
De rit meandert sterk en ik heb moeite om na iedere bocht weer aan te pikken. En dan is er een nog nooit geziene 2km-lange hellende kasseistrook. Gedaver en gebots maken zich meester van mij en mijn fiets en ik wens dat ik nooit geboren was of tenminste vanmorgen het verstand had gehad in mijn sponde te blijven. Om het in het lokale dialect te zeggen, kom ik weer op het asfalt met ‘Twie ra oiren in e penneken gekloesjt’.

Ik ben blij als we de Dender oversteken in Fabrieksstad Aalst. Rechts de aluminium doos van Amylum (Tereos nu) en links de mooie gevel waarop staat: ‘Redt-U-Zelven’, het motto van de landbouwersoöperatieve die het gebouw in 1925 optrok. Dat is het Frank, redt-u-zelven, trekt euwe plan…
Eén lang feest terug naar Laarne wegens het overvloedig afdalen, sportactiviteit die ik koester als de liefdesvlam.

Ice cream, ice cream, we all scream for ice cream...

maandag 24 maart 2014


Paddentrek
24/03/2014 - De gewone zondagmorgenpraat. Wie zal er winnen vanmiddag? In die door regen getreiterde Milaan - San Remo.  En dat het toch beter is dan vorig jaar, want toen lag er nog sneeuw.

De wentelwiekers draaien vervaarlijk snel vanmorgen, er wordt elektriciteit gemaakt dat het geen naam heeft. Het betekent wel dat we alweer tegen de wind fietsen. We verkennen de bovenkant  van Gent en rijden via Beervelde en Zaffelare naar Wachtebeke. Heel rustig, niemand op straat. Eén enkele man loopt in zijn tuin mollen te vangen. Het tempo ligt al hoog en zoon en kleinzoon De Wilde nemen het voortouw. André en Jeanette hebben hun beste genen doorgegeven.
We suizen voorbij het Provinciaal Domein van Wachtebeke en een paar  tellen later krijgt Katrien een geschenk uit de hemel op haar zonnebril. Niet dat het haar stoort om het Kloosterbos te herkennen, groene long in de achtertuin van Arcelor Mittal. Geen piketten te bespeuren bij ‘Sidmar’, Lakhsi Mittal mag zich nog eens keren in zijn dure bed in Kensington.

Zelzate ontwaakt en op de markt krijgen de cafés hun eerste stamgasten over de vloer. ‘Geef bloed’ , staat er op een grote spandoek. Een verslapen Zelzaatse steekt , snel aan haar sigaret trekkend, nog voor onze wielen de straat over.
Niemand die nog weet dat hier in 1893 René Vermandel het daglicht zag, in de jaren ’20 winnaar van de Ronde van Vlaanderen en tweevoudig winnaar van  Luik-Bastenaken-Luik. De tijd vermoordt alle helden! Als eerbetoon aan René trappen de gebroeders Nimmegeers zich naar de kop. De wind kent  geen genade meer als we over het Kanaal Gent-Terneuzen weer richting huis fietsen. Even halt houden om de regenjasjes aan te trekken en dan een leerrijke tocht door de Gentse haven waar Tsjernobil-achtige structuren zij-aan-zij staan met nieuwe industrie.

Een ontdekking ook, de jachthaven van Langerbrugge! Dan over Meulestedebrug, al vijftig jaar icoon van verkeerschaos, en langs de New-Orleansstraat richting  stal. Het bevalt de Gentse chauffeurs niet dat we in groep rijden en ze toeteren als binnenvarende pakketboten. Gentenaars kunnen zo pedant zijn, nietwaar ondergetekende?
We zien de Schelde en haar riet, dat bijna tot op het rimpelende water buigt. Even later persen we alles uit de kas langs de E17. Op het einde van de ‘vrije zone’ staat een bord: ‘Opgelet: paddentrek!’.

Zo traag rijden we nu ook weer niet...

zondag 16 maart 2014


Poetin
16/3/2014 - De grauwe soep die gisteren door het zwerk kolkte, heeft in de nacht plaats gemaakt voor een helderblauwe cocktail met de zon als schijfje citroen. Er is alleen die strakke wind, die het plaatselijk iets onaangenamer maakt in het zadel. Het gaat meteen hard in dit voorjaarsritje, hoewel de meeste luipaarden nog dikke kuiten hebben van de Omloop van Vlaanderen.
In Munte worden we meteen een ‘nijdigaard’ opgejaagd en aan het einde krijgen we de Lange Munte als vastenspijs. We zijn immers nog in de veertigdagentijd. Tussen Munte en Lange Munte liggen Dikkelvenne, Baaigem en St-Lievens-Houtem, dorpen die in galop veroverd worden.

Onderweg toch nog even tijd om de stijlbreuken op te merken in de bouwwoede van de Vlaming. Waar elders kan je broederlijk naast elkaar een Spaanse haciënda, een pastoriewoning en een modernistische kubus zien?
In Vlaanderen is ook alles langs de weg te koop. Ik som even op: dwerggeitjes, ‘nieuw’ fruit, aardappelen, gebraden kippen…

Tijdens de rit steekt ondergetekende even de draak met Freddy Bianchi, die niet voor de clubbroek heeft gekozen maar voor iets wat lijkt op figuurcorrigerend ondergoed. Kwestie van de buikwand wat te helpen bij het ondersteunen der ingewanden.
De zonnecrème, die ik rijkelijk heb aangebracht, bereikt mijn ogen ter hoogte van Laarne, waar ik te horen krijg dat we nog niet de benodigde kilometers hebben. Christoph zuigt meteen een toertje uit zijn duim en gidst ons via Harry Malter naar de Wastobbe. Even voorbij het dierenpark jogt ons een blondine tegemoet en een paar Trappers willen meteen van sporttak veranderen.

Ter Tobbe groeit de overmoed met elke Duvel Tripel Hop (9,5%): “We gaan zaterdag den Ename rijden, ’t zal wel al uitgepijld staan”. Daarna: “Als ge naar d’Alpen gaat, moet ge zeker doen: de Galibier, de Glandon, de Madeleine en de Croix de Fer”. Tenslotte wordt overwogen om met de fiets naar Rusland te rijden.
Poetin zal het graag horen.

De Wastobbe: in uniform en met stijl, 16/3/2014

zondag 2 maart 2014


De Mens
2/3/2014 - Lage zon over het Vlaamse landschap, dat zich langzaam ontvouwt net zoals een egel dat doet nadat het gevaar geweken is.
Het liedje ‘Dampende Lijven’ van De Mens schiet me te binnen als ik de massa zie aan de Wastobbe. De kou van de voorbije nacht  laat de fietsers roken als pas gebluste huizen.
De luipaarden gooien de tang in het vuur maar ondergetekende laat zich verleiden tot een koffieklets met de sympathieke hazewinden en moet in het wiel van Freddy V meteen 500m goedmaken.
De winter was mild, maar zoals iedereen weet is maart een vuile taart. Op sommige delen van de weg rijden we dan ook over wat lijkt op geplette eclairs.

Een mooi lusje rond het Donkmeer tot bijna in Waasmunster en terug, dat staat op het menu. We passeren het gehucht Avermaat en denken aan de onfortuinlijke Greg Van Avermaet, die gisteren de wegversmalling aan frituur ‘De Gouden Saté’ niet goed heeft ingeschat en zo een wieltje tekort kwam op het Sint-Pietersplein. Gentse studenten zullen die fout niet licht maken. Het overgrote deel van de daar geschilde frietpatatten zijn immers voor hun magen bestemd. Wie daar nog nooit een frietje heeft gestoken, werpe de eerste steen.
Ik dwaal af, terug naar de rit. ‘In onze noodwendigheden aanroepen we weer Maria’ in Zele maar het haalt weinig uit. Steven kiest het trottoir en van alle kanten wordt ‘plat’ geroepen. “ ’k Heb het gevoeld, ’t was een steentje”, zegt Steven, die er koel bij blijft en onmiddellijk zijn gereedschapskist bovenhaalt. Wij verpozen, niet geheel met tegenzin, met een slokje en een reepje. Kristof geeft Eric wat technische uitleg over carbon en de gevoeligheden ervan. Ik bestudeer het naambordje aan de gevel van de veearts waar we staan. Ik lees iets van: puppysocialisatietraining. Goed idee, maar zou bij een Pitbull de algehele verwijdering van het bijtporselein niet beter zijn?

Onze groep zet zich weer in beweging om kort daarna voor de overweg weer halt te houden. De TGV Lokeren-Sint-Niklaas zoeft voorbij. De slagboom gaat omhoog en Steven wordt verschalkt door een man gezeten op een antieke vélocipède. Enig opzoekingswerk van de redactie wees uit dat hij Napoleon nog persoonlijk heeft gekend.
Het laatste stukje is flink lastig, de wind zwelt aan. Plots voel ik echter een duwtje in de rug dat me vlot tot de Tobbe brengt. Er is nog geen soep en ik stel me tevreden met twee rozenbotteltheetjes terwijl ik een conversatie volg over de fietsapp ‘Strava’.  Kristof zegt: “ ’t Is gemakkelijk, ge moet niets doen, alleen uw gsm moet aanstaan.”
Dat lijkt me wel wat, niks doen…              

Stilleven, de Wastobbe, 2/3/2014
 
 

donderdag 16 januari 2014


Verveling
16/01/2014 - De natuur raakt niet in slaap omdat de winter zich niet toont. Niks dan regen, wind en weifelende wolken. In de velden, op dikke banden, is het goed toeven. Voor zij die van modder houden!

Langs de Schelde fietsen kromgebogen pensionado’s omdat ze genoeg hebben van croissants en Zondagskrant. De takken en het gebladerte nemen ze erbij. Het hoofd naar beneden onder een immens hemeldak van treiterend weer.
Eén enkele keer wit gras onder ijs van één nacht. Ik wandel langs het Muntepad, een schoen is immers sneller schoon dan een fiets. Noem het luiheid of intelligentie, het maakt niet uit. Het kraakt hier en daar onder mijn voeten. Het is vroeg, ik ben alleen met mijn geliefde.

Of toch niet. Een vrouw met een hond, die een rokend pakje achterlaat. Mijn gelaat tintelt als ik naar de kerk van Baaigem kijk. Een beetje winter doet deugd. We lopen richting Molen, daar aan dat mooie huis waarin iedereen wil wonen.
We lopen de kasseien op en in een modderspoor staat een bandafdruk van een vroege fietser. Een flandrien die net als de luipaard liefst in de vroege morgen jaagt.

Over acht weken behoor ik ook weer tot de jachtluipaarden, of zullen het de hazewinden zijn?

Spoor van de jachtluipaard, Baaigem 12/01/2014