maandag 9 juni 2014


De Pastobbe
8/9/2014 – Ik mis mijn eigen schaduw en zie alleen mijn wierspiegeling in de plassen waar ik doorrij. Inderdaad, het regent. Laarne is opvallend stil, is dit wel het kermisweekend? Bij Caritas in Melle doet mijn voorganger de bekende handzwaai om gevaar te annonceren. Ik rij echter recht in een diepe put. Steven, die achter me rijdt, zegt: ‘Hebbes!’ Geen scherpe randjes aan het putje en geen lek, goed zo.

Ondertussen ben ik nat en volgespat met modder, alle spatborden en ‘asssavers’ ten spijt. Kristof jaagt ons even over de Lange Munte, de gladde kasseitjes drukken het tempo. Volgen Zwalm, Roborst en Elst.
Geen regen meer en een zon die al vecht voor het bezit van de hemel. Eerste (h)euvel van de dag: de Berendries. De flyers gaan vooruit, de zwoegers volgen, de stervende zwanen sterven. Tempo jongens: op naar De Valkenberg. Eerst moeten we door de Kerkhofstraat, maar moet die eigenlijk niet ná de Valkenberg liggen? Net zoals zijn zus de week voordien meldt Joachim kettingpech: ‘Ja, ze ligt er af!’ Hij zal vanuit stilstand de klim doen.

In Sint-Goriks-Oudenhove de Hostellerie op, ook wel de Langendries genaamd. Langzaam stijgend, kronkelend Vlaams weggetje met soms een bestrating die het midden houdt tussen plaveien en klinkers. Of is dit een overblijfsel van de Via Romana?
Boven stelt Steven me gerust: ‘Vanaf nu in één rechte lijn bergaf naar huis!’ Het weer is nu in zomermodus en ik heb weer tijd om rond te kijken. Ik memoriseer de namen die ik lees: café De Blauwe Wolk in Zottegem,  café Rio in een onbekende bocht  en dan Duivenlokaal De Luchtklievers. Zouden ze hier al een winnaar op Barcelona gevierd hebben?

Nog een sprintje op de Scheldebrug en de rit zit erop. Vandaag verandert de Wastobbe in Pastobbe. Véronique loopt tussen de tafels heen en weer met kartonnen dozen en de nieuwe kledij wordt gepast, betast, besnuffeld en gekeurd.
De kerk slaat twaalf keer en ik fiets weg van Laarne, waar nog steeds absolute kermisstilte heerst.

Erfgoed

zondag 1 juni 2014


Controle!
1/6/2014 – De melk die ik drink op deze zondagmorgen vervalt op mijn verjaardag. Gelukkig geloof ik niet in toeval, pomp mijn banden op tot 8 en vertrek. Grijs in plaats van zonnig maar wie maalt daar nog om? Johnny neemt de hazewinden op sleeptouw en Demetrios verrast met ‘plat’ op vijftig meter van de Wastobbe. Het is alsof de duivel ermee speelt.

Van de tien jachtluipaarden die vanmorgen de moed hebben om te rijden, twee meisjes: Elke en ‘150 kroontjes-Katrien’. Geen sabotage van de vrouwenquota bij de Trappers. Fris voor de tijd van het jaar maar macho’s hebben nooit koud en wassen zich met ijs.
Ik rij naast Elke, van wie ik in de vorige ritten alleen het achterwiel heb gezien. De voorzitter is verkouden en heeft weinig olie in de lamp. Toch neemt hij de leiding en trapt richting Ladeuze en Wolvenberg met Dimitri aan zijn zij. Nederename lijkt wel dood als we er komen. Bakker dicht, broodautomaat bijna leeg. Alleen in een immobiliënkantoor schijnt een flauw TL-licht over de droomwoningen.

De Ladeuze ligt aan onze voeten en ik bekijk de helling met enig ontzag. Elke ziet de berg echter als een stout kind dat je met een paar kletsen weer in het gareel krijgt. ‘Ketting af’, roept Katrien maar de groep is al in het zwoegstadium en zegt: ‘ boven wachten!’ In nood kent men zijn vrienden.
Dan volgt de Wolvenberg. Erwin aarzelt, rijdt richting Volkegem en draait onmiddellijk terug. Een vriendelijk dame met hond zegt: ‘Ja, de Wolvenberg es noar ginter!’ Ik zeg: ‘Allez madam, we gaan ne keer naar de wolven gaan kijken’. Koel zegt ze: ‘Ja, moar kpeize nie da ge der vele goat zien’.

Ik profiteer van de afdaling vóór de klim en gooi me vol overgave tegen de berg, maar helaas werkt de zwaartekracht me sterk tegen. Op de kleinste versnelling kom ik puffend boven en verlang naar Laarne, desnoods naar ‘Schellebelle 1919’. Op een drafje naar de Tobbe met naast mij Eric, die gisteren drie kwarttriatlons  heeft gedaan. Ik kijk naar hem en zie een heremiet die de calorieën uit zijn geest haalt. ‘ t Zit allemaal in ’t koppeke’.
Als een adelaar die uren boven zijn prooi heeft gecirkeld, stort ik mij op de Tripel Hop. Met de nadruk op tripel.

Het zondagse genot wordt gekeeld door een schelle ringtone. Een niet nader genoemde Trapper neemt op en zegt: ‘Binnen tien minuutjes!’.
Allen op de fiets en linea recta naar huis.

Kwadratuur van de cirkel